In de dierentuin vind je bij elk dier een bordje met informatie over het dier. Maak voor ieder dier in jullie deel van de dierentuin een bord met informatie. Let op! Hier is het ook belangrijk de taken goed te verdelen. Gebruik ook hier je planningformulier.
Het informatiebord moet je (gedeeltelijk of geheel) op de computer maken en mag maximaal de grootte van één A3-tje hebben.
Op elk bord moet de volgende informatie staan:
- De wetenschappelijke naam van het dier en de Nederlandse naam uiteraard!
- Het voedsel van het dier
- Het (gemiddelde) gewicht van het dier
- De lichaamstemperatuur van het dier
- Op welke wijze planten de dieren zich voort?
- Leven de dieren in groepen (dus samen) of alleen?
- Heeft het dier een vacht, schubben, veren etc?
- Hoe kan je zien of het dier een mannetje of een vrouwtje is?
- Wat is de oorspronkelijke leefomgeving van het dier?
- Waar leeft het dier?
- Geef ook info over specifieke kenmerken, bijvoorbeeld snavel- of pootvorm of de evolutionaire stamboom. Weet jij verder nog leuke of belangrijke informatie over het dier, zet die dan ook op het bordje!
Het is niet de bedoeling dat je het in een vraag en antwoord manier op het informatiebordje zet. Je vertelt een verhaaltje waarin je deze informatie verwerkt. Maak ook gebruik van afbeeldingen en zet daar een korte beschrijving bij.